Boekrecensie: De suzemienenboom van mijn oma - Julien Van Remoortere


Julien van Remoortere, geboren te Beveren-Waas op 8 april 1930, publiceerde tot nog toe ongeveer 400 werken in boekvorm en enkele duizenden losse verhalen, reportages en hoorspelen. Julien werd reeds een aantal malen bekroond, onder andere met interprovinciale en provinciale prijzen voor letterkunde. Hij is vooral bekend vanwege zijn wandelgidsen, maar hij heeft ook heel wat jeugdboeken en romans geschreven. Eén van de meest indringende werken uit zijn oeuvre is de ‘Nest-trilogie’.

 

In 2010 verscheen bij uitgeverij Lannoo naar aanleiding van de 80ste verjaardag van de auteur het boek ‘Mathilde - De dingen die veranderen’, waarin hij het verhaal van een Vlaamse familie vertelt. Nu ligt zijn allernieuwste roman ‘De suzemienenboom van mijn oma’ in de winkelrekken.

 

Een fragmentje uit ‘De suzemienenboom van mijn oma’:

 

“Zo’n suzenmienenboom hebt ge nog nooit gezien. Hij groeide in een hoek van de hof, ja, daar rechts, waar nu dat tuinhuisje staat. Hij was drie- of viermaal zo groot als ik. Al van zodra er nog maar één sprankeltje lente in de lucht zat, kwamen uit zijn takken nieuwe scheutjes tevoorschijn. Helemaal boven in de boom las ik zijn verlangen om bloempjes te maken, dat was nogal een strijd tegen de winterkou die nog nahaperde, en ik las eveneens de eerste geschriften van de lente. Want toen al zag ik alles in geschriften, in wat geschreven werd voor wie het kon lezen, en wie dat niet kon, die werd door de Goden verworpen.”

 

In ‘De suzemienenboom van mijn oma’ vertelt Julien Van Remoortere het levensverhaal van Marie Mathilde Dierickx, geboren en getogen in Beveren op 6 september 1869. Van klein meisje groeit ze op tot een zelfstandige vrouw. Ze trouwt, krijgt kinderen en kleinkinderen. Eén van haar kleinkinderen is Julien zelf. Marie Mathilde Dierickx is zijn Pitte Matiel, zijn grootmoeder langs moeders zijde.

 

Pitte Matiel was een zorgzame vrouw, moeder en grootmoeder. Ze overleed op 76-jarige leeftijd. Vanuit het graf vraagt Pitte Matiel haar kleinzoon om haar levensverhaal te vertellen. Het resultaat hiervan is ‘De suzemienenboom van mijn oma’.

 

Julien Van Remoortere neemt je mee naar het Waasland, meer bepaald naar Beveren op het einde van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw. Het verhaal bestaat uit korte hoofdstukken, die Julien vertellingen noemt. Hierin wisselt hij familiegegevens af met historische feiten, anekdotes, vertelsels van zijn oma en zijn eigen gedachtekronkels.

 

We maken kennis met Pitte Matiel als kind, als moeder en als grootmoeder, maar ook met de rest van de familie én de jonge schrijver Julien. Want toen al zat het schrijven in zijn bloed en mensen interviewen was het liefste wat hij deed. Ook zijn Pitte Matiel heeft hij geïnterviewd. Hij schreef haar verhaal op in zijn schriftje. Uit deze geschriften is dit prachtige boek ontstaan.

Het verhaal wordt op een schitterende manier weergegeven. Als lezer heb je een perfect beeld hoe het leven was in die tijd. In dit omaboek prijken ook versjes en oude liedjes, zoals het ‘Klompenlied’ en het bekende Beverse lied van Sint-Maarten. Maar ook recepten, onder andere van Bierpap, dat in de oorlog gegeten werd.

 

Als je zelf de streek kent of een geboren en getogen Beverenaar bent, is dit boek een echte meerwaarde. Je zal ongetwijfeld plekken of misschien wel namen van mensen herkennen. Ook maakt Julien gebruik van oude Beverse woorden in zijn verhaal, zoals bijvoorbeeld suzemienenboom. Suzemienen is het Beverse woord voor Jasmijn,wat ook in het dialect Sering wordt genoemd..

 

Julien is een echte rasverteller. Hij vertelt dit volksverhaal op een manier dat niemand anders kan. Dit verhaal blijft je boeien van het begin tot het einde. Iemand die dit boek leest, zal het ongetwijfeld meerdere malen lezen.

 

ISBN: 9789401428699 - Paperback - 304blz. - Prijs: € 19,99 - Uitgeverij: Lannoo